Album: Langs Galg En Rad (2003)Knovelaer
[21-12-2001 Gwydion Sagelinge]
Hoorns galmen door nachtelijk donker
Vrede met 'n hamer in haar slaap gestoord
Fakkels voeren krijgsgewoel tot verre
Door gans 't rauwe Neerlands oord
Klingen klinken machtig
Over 't veld en veen
Totdat de kerk vergaan is
En God huilt vroom alleen
't Lemmet al glinsterend in de boze hand
Laarzen drukken beenderen ver in het zand
Gloed schittert vonken van vlammende krijg
't Zwaard zorgt ervoor dat de vijand immer zwijgt
Klingen klinken prachtig
Door het merg en been
Tot Gods volk vergaan is
Nacht valt over hen heen
Al dat gilt uit kelen zo angstig
Huivert huilend met 'n gelaat doodsbleek
Kruist mijn lach, mijn slag, mijn schicht
Waar ik de vlam zet in 't onschuldig wicht
Klingen klinken machtig
Over 't veld en veen
Totdat de kerk vergaan is
En God huilt vroom alleen
[English translation:]
Horns sound through nocturnal darkness
Peace disturbed in her slumber with a hammer
Torches take the battle far
Through the whole of the raw Dutch land
Blades resound powerfully
Over the field and fen
Untill the church has gone
And god cries alone
The blade shining in evil hand
Boots grind bones deep into the sand
Glowing sparks of flaming war
The sword makes the enemy silent forever
Blades resound splendidly
Through bone and marrow
Untill gods people are gone
Night falls over them
All that screams from fearfull throats
Shivers crying with a deathly pale face
Crosses my grin, my blow, my bolt
Where I torch the innocent bitch
Blades resound powerfully
Over the field and fen
Untill the church has gone
And god cries alone