Angstlied songteksten
En we speelden Ivanhoe-tje
Karel, Peter, Paul en ik
In september '58
En het zwarte schaap was ik
Bang in een pistoolgevecht
Bang zijn in een schoolgevecht
Sterk zijn, altijd moest je sterk zijn
Echte kerels huilden nooit
Nooit vergeet ik hoe ze scholden
Sla die laffe schijterd dood
Ik weet nog dat ik thuis kwam
Met een bloedneus of blauw oog
Die mijn moeder dan moest stelpen
En ze kuste mijn tranen droog
En dan hield ik op met janken
Lachte door mijn tranen heen
Zou ik nu zoiets beleven
Zou ik harder zijn als steen
Soms vliegt je de angst naar je strot
Die maakt je verkrampt en kapot
Maar er is ook een angst die maakt vrij
Moediger, sterker, je angst voorbij
Op een nacht liep ik toevallig
Langs een gracht in Amsterdam
Ik zie lafaards pootje rammen
Bij een krul vlakbij de Dam
En ik stond daar als verlamd
Dat men zomaar homo's ramt
Die zo kwetsbaar zijn en bang
Liefde zoekend in hun nood
Nooit vergeet ik wat ze schreeuwde
Sla die gore flikker dood
Wie geen spieren heeft moet slim zijn
Zegt ons nuchtere verstand
Maar door onze tolerantie
Worden zwakke beurs geramd
En ze scholden en ze spugde
Grinnikend in zijn gezicht
Dat was dertig jaar later
In het volle neonlicht
Soms vliegt je de angst naar je strot
Die maakt je verkrampt en kapot
Maar er is ook een angst die maakt vrij
Moediger, sterker, je angst voorbij