Eeuwige jeugd songteksten
Ooit liep mijn vader in de lente
met mij naar het kleine meer
hij liet me in het water kijken
ik zag mezelf als oude heer
de zomer vloog voorbij
mijn ogen traanden van de pijn
want een kind kan nog niet weten
wat waterrimpelingen zijn
Toen de herfst begon te razen
liep ik alleen naar het kleine meer
bekeek mezelf in het wilde water
en zag mijn jongenstrekken weer
wie weet dat zo'n rimpeling
het gevolg is van de wind
die kan in de spiegel kijken
en dan zichzelf weer zien als kind
Eeuwige jeugd is zonder spijt
geen flauw benul van plaats of tijd
er is alleen maar heden
geen toekomst of verleden
zolang me heugt
eeuwige jeugd
Nu is het wachten op de winter
niet alleen mijn haar wordt grijs
ik zal naar het kleine meer gaan
om voet te zetten op het ijs
het water zal me dragen
tot het winter weer verveelt
dan zal ik zinken in de lente
verdrinken in mijn spiegelbeeld