Hollandse nieuwe songteksten
De harinkjes wonen wijd weg in de zee
Bij de botjes en bij de garnalen
Dan komt er een visser, die zegt: "Ga je mee
Met mijn schuitje, ik kom jullie halen"
Dan roepen de harinkjes: "O, wat een pret!"
Ze kruipen gezelligjes weg in het net
Ze zingen nog even de botjes vaarwel
"Adieu, wij gaan verder in 's werelds bestel;
Dat maakt ons zo vrolijk, dat maakt ons zo blij
We krijgen een taak in de maatschappij
Hollandse Nieuwe!"
Dan zwabbert het bootje weer t'rug naar de wal
Zo gesmeerd als de wind het wil waaien
De gulzige liefhebbers, groot in getal
Staan al klaar om er vlug naar te graaien
Van 't schip op de kaai, van de kaai op de kar
En wie is er dan niet compleet in de war
Je pakt er zo'n haring maar flink bij de staart
Je kronkelt je op als een steigerend paard
Zet open je mond en de blik naar omhoog
Je kop in de nek en een traan in het oog
Hollandse Nieuwe
Nu geen patat-friet meer, geen kaas en geen worst
En dat heeft ook een goeie verklaring
Een Hollandse haring geeft Hollandse dorst
Daarom kiest er een Hollander haring
De haring wil zwemmen, dat is-ie gewend
En wie hem zijn natje niet gunt is geen vent
Een slokje d'r bij geeft zo'n beest weer idee
Van toen-ie nog spartelde ginds in de zee
Hij denkt aan z'n jeugd, aan die zorg'loze tijd
Zonder weet van het doel waar het leven toe leidt
Hollandse Nieuwe
De Hollandse haring is wereldvermaard
Mensen, heb je-n-em goed bij z'n lurven
Zo vast als een vogel met zout op z'n staart
Nou, dan ga je in 't leven weer durven
Dan proef je de zee, zo gezond en zo fris
Een wereld in iedere hap van die vis
De haring in 't zout en de haring in 't zuur
Heeft alle schakeringen van de natuur
En nooit viert ons Holland zo'n waarlijk festijn
Als eenmaal in 't jaar als de groentjes er zijn
Hollandse Nieuwe