De belleman songteksten
Langs de straten zwerft een melodie
Een deuntje vol melancholie
Dat vruchteloos aan deuren klopt
En bij elk venster even stopt
Maar niemand luistert en het lijkt
Of het liedje nooit een mens bereikt
Daar komt de belleman
Met zijn schellen an
Met zijn trommel op zijn rug
Dan weer langzaam, dan weer vlug
Gaat hij verder door de straat
Geen deur die voor hem opengaat
Hij is maar een komediant
Een onbegrepen hoempaklant
Met zijn zotskop en zijn fluit
En zijn rinkelend geluid
Verdwaald op aarde en berooid
Naar de sterren kan hij nooit
Die ouwe belleman
Met zijn schellen an
Met zijn tom-tom-tamboerijn
En zijn pak van bombazijn
Gaat hij verder door een wijk
Die hem uitspuwt in het slijk
De mensen hier doen aan cultuur
Als uiting van hoogconjunctuur
Dat zijn ze aan zichzelf verplicht
Daarom blijft elke deur hier dicht
Zo'n ordinaire muzikant
Valt onherroepelijk door de mand
Die ouwe belleman
Met zijn schellen an
Hij weet niets van jazz of Bach
Of wat van de mode mag
Hij speelt alleen van hoempapa
En zelfs geen hond loopt hem daar na
In de arme wijken van de stad
Waar men voor de kunst nooit centen had
Daar speelt de oude belleman
En alle kinderen dansen dan
Al geeft ook hier geen mens hem geld
Hij voelt zich een theaterheld
Die ouwe belleman
Met zijn schellen an
Met zijn stenen rommelpot
Rondedansend als een zot
Zo zien de arme mensen daar
Pas wat hij is: een kunstenaar