Het spinnewiel songteksten
Zacht schijnt het zilveren maanlicht naar binnen
Dicht bij het venster zit Eileen te spinnen
Haar grootmoeder, blind en heel oud, zit te mokken
En mompelt en moppert en breit aan haar sokken
Rusteloos ruisend en zonder bedaren
Zingt het wiel, spint het wiel, zoemen de snaren
Helder en hoog, als een zilveren wijsje
Klinkt er de stem van het zingende meisje
Een schaduw verschijnt en kijkt steels door de ramen
En fluistert: "Ga mee, lief, dan plukken we bramen
Sta op van je stoel, door het venster naar buiten
Dan horen we samen de nachtegaal fluiten"
Rusteloos ruisend en zonder bedaren
Zingt het wiel, spint het wiel, zoemen de snaren
Helder en hoog, als een zilveren wijsje
Klinkt er de stem van het zingende meisje
"Eileen, wat klopt daar toch tegen de ruiten?"
"Ach, grootmoeder, 't is niets dan de klimop daar buiten"
"Eileen, ik hoorde toch heus iemand zuchten"
"Grootmoe, de wind doet de bladeren vluchten"
Ze aarzelt, kijkt even haar grootmoeders kant op
Staat op van de stoel, steekt voorzichtig een hand op
Dan neemt ze haar rokken en schort bij elkander
Zet een voet op de stoel, draait het wiel met de ander
Langzaamaan draait het wiel trager en trager
Zingen de snaren steeds lager en lager
Als het spinnewiel stopt met z'n zingen en spinnen
Gaat voor haar in het maanlicht het sprookje beginnen