De dunne man songteksten
Daar loopt hij in 't vroege licht
Een vage schim, een bleke schicht
Gevangen tussen hoed en jas
Met aan zijn arm een dunne tas
Hij leest geen krant en reist per spoor
En doet zijn plicht op zijn kantoor
Hij is zo dun, vel over been
Je kijkt d'r bijna dwars doorheen
Een dunne man, een dunne man
Opzij, opzij, daar komt 'ie an
De dunne man heeft kind noch kraai
't Geeft maar hinder en lawaai
Hij gaat om negen uur naar bed
De dunne man, hij slaapt maar net
Hij kent geen vreugde of verdriet
Soms even bijna, bijna niet
Hij luistert naar de radio
Een tel, zegt 'ie zo
De dunne man, de dunne man
Opzij, opzij, daar komt 'ie an
Hij heeft nooit iemand iets gedaan
Toch kijken mensen hem zo aan
Soms denkt hij: Ach, was ik maar dood
Ik besta ternauwernood
Mager gaan de jaren heen
De dunne man wordt slecht ter been
Hij schuifelt verder op zijn pad
Doorzichtig, als een herfstblad
De dunne man, de dunne man
Opzij, opzij, daar komt 'ie an