Je hebt het lied al honderd maal gezongen songteksten
Jij hebt het lied al honderd maal gezongen
Van zonneschijn en het leven is zo zoet
Jij zingt dat lied zolang je lucht hebt in je longen
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed
La vie, la vie, la vie est formidable,
Zingt Chevalier, Montand of Aznavour
Maar ook al is dat leven soms wel miserabel,
Je zingt maar door, je bent tenslotte troubadour
Jij schreef een lied terwijl de anderen sliepen
Van rozegeur en louter lentelicht
Toch heb je af en toe wel anders moeten piepen,
Maar dan ging net je trein naar Hamburg of Maastricht
Maar je hebt 't lied steeds weer opnieuw gezongen
Van: Mensen, zie die zon daarboven staan
En ook al klonk 't af en toe wat verwrongen
Als jij jouw eigen lieve zon zag ondergaan.
Maar ze komt terug, ook midden in misere
Ze komt terug, die veelbezongen zon
Het kan 'n glimlach zijn die straalt in de parterre,
Het kan 'n kind zijn met 'n blauwe luchtballon
O, 't is de kunst om juist wanneer het donkert
't Licht te zien, ook in een stil verdriet,
Die ene ster te zien die altijd nog wat flonkert
Dat is de kunst van ieder mens z'n levenslied
Ik vind de zon terug in al jouw liedjes,
O, 'k wou dat ik er een miljoen bezat
Ik ging de straat op en ik strooide melodietjes
Als witte vlinders op 't grijze zebrapad
Jij hebt het lied al honderd maal gezongen
Van zonneschijn en het leven is zo zoet
Je zingt dat lied zolang je lucht hebt in je longen
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed
Al giet 't pijpestelen op je strooien hoed