Burgerij songteksten
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij die dikke Sjaan uit Montferland
Ik dronk een glas met Klaas
En een glas met Pierre
En sprong er aardig uit de band
Die Klaas, die voelde zich Dante
En die Pierre wou Casanova zijn
En ik, de super-arrogante
Ik dacht dat ik mezelf kon zijn
refrain:
Maar om twaalf uur
Als die burgertroep
Naar huis ging uit hotel De Goudfazant
Dan scholden wij ze uit
En zongen wij vol vuur
Pet in de hand
Burgerij? Mannen van 't jaar nul
Vette burgerkliek! Vette vieze varkens
Burgerij? Tamme zwijnenspul
Al die burger is, is een ouwe
Dronken, dol en dwaas
Beet ik in mijn bier
Bij die dikke Sjaan uit Montferland
Ik dronk een vat met Klaas
En een fust met Pierre
En sprong er heftig uit de band
Klaas Dante danste als mijn tante
En Casanova was te bang
En ik, de super-arrogante
Ik ben zelfs voor mezelf niet bang
refrain
Elk instinct de baas
Zoek ik mijn vertier
's Avonds in hotel De Goudfazant
Met meester doctor Klaas
En notaris Pierre
Bespreek ik daar dan de avondkrant
En Klaas, die citeert nog eens wat uit Dante
En Pierre haalt nog eens Casanova aan
En ik bleef super-super-arrogant
Maar ik haal alleen mijn eigen woorden aan
Maar gaan wij naar huis
Dan staan daar bij die dikke Sjaan
Een hele troep van dat tuig
Blauw van al het bier
En die zingen dan, die zingen
Burgerij? Mannen van 't jaar nul
Vette burgerkliek! Vette vieze varkens
Dat zingen ze
Burgerij? Tamme zwijnenspul
Al wie burger is, is een ouwe