O wat is het toch fijn om gelukkig te zijn songteksten
M'n tante is al tachtig jaar
Maar is nog steeds van zessen klaar
Karate is haar liefste sport
Hele deuren naar aan gort
Als zij weer aan het beuken gaat
Kon je het horen op de straat
Ja en passant loopt zij de marathon
En vliegt nog iedere week in een ballon
Vorige week was zij wat ziek
Raakte even in paniek
Ze moest nog badmintonnen
En daarna ook ping pongen
Maar na een aspirine
Liep zij als een turbine
Ja
refrain:
Oh wat is het toch fijn
Om gelukkig te zijn
Niemand die je wat doet
Dan is 't leven pas goed
Oh wat is het toch fijn
Om gelukkig te zijn
Doe niet zo ernstig maar lach
Pluk de dag, pluk de dag
Ikzelf ben niet zo heel sportief
Van trimmen word ik depressief
Het liefste zit ik in de tuin
Met het zonnetje op mijn kruin
Gelukkig zijn dat is voor mij
Een lekker bordje rijstebrij
Of spelen op de zolder met mijn trein
Ik heb altijd al stationschef willen zijn
Een pet en zo een gouden rand
Een rood-wit bordje in je hand
De trein die moet op tijd zijn
Dus geef ik gauw het tijdsein
Om fluit te mogen blazen
Brengt mij in extase
Ja
refrain
Prachtig
Ik wist niet dat ik dat ook nog in mij had