De vrienden van meneer songteksten
Mijnheer Verschuur heeft 'n lief wijfje
Maar heus, zo knap toch niet als ik
In zo'n omstandigheid dan kijf je
En zit de huwelijkstrouw niet dik
Eens riep hij mij en zei: "Lief snoesje
Je bent 'n aardig snoeperig poesje
En als de schijn me niet misleidt
Dan ben je 'n knap gebouwde meid"
"Och meneer", liet ik daarop horen
"Dat klinkt me niet vreemd in d'oren
Ik hoorde reeds zo vaak die taal
Uw vrienden zeggen 't allemaal"
Hij werd verliefd tot over d'oren
Hij dacht aan huw'lijksband noch vrouw
Hij wist z'n hartstocht niet te smoren
En zwoer zelfs eeuwig trouw
Eens op 'n avond, zei hij: "Schatje
Ik wil straks je spreken, maar... dat vat je
Op je eigen kamer en niet hier
Laat dus je deur maar op 'n kier!"
"O meneer", liet ik daarop horen
"Dat klinkt me niet zo vreemd in d'oren
M'n kamertje valt in de smaak
Uw vrienden zeggen 't me ook zo vaak!"
Na middernacht kwam hij naar boven
En vond me daar in neglige
Hij behoefde zich niet uit te sloven
Ik sprak vanzelf 'n woordje mee!
En toen hij me zo zag verschijnen
Liet hij z'n schuchterheid verdwijnen
Hij riep hartstochtelijk: "Hartedief!
Ik vind je zo nog wel zo lief!"
"O meneer", liet ik me daarop horen
"Dat klinkt me niet zo vreemd in d'oren
Ik hoorde reeds zo vaak die taal
Uw vrienden zeggen 't me allemaal!"
Mijnheer Verschuur is toen gebleven
En sprak met me tot ruim drie uur
Hij heeft me toen 'n riks gegeven
Ik nam 't aan als extra huur
Het scheen mij toe, hij was tevreden
En voor hij ging weer naar beneden
Vroeg ik: "Meneer, hoe vind je me nou?"
Hij zei: "Veel liever dan m'n vrouw!"
"O, meneer", liet ik fluisterend horen
"Dat klinkt me niet zo vreemd in d'oren
Dat hoorde ik zo menigmaal
Uw vrienden zeggen dat ook allemaal!"