Een minimumlijder songteksten
Als klerkje bij een makelaar
Krijgt hij vijfhonderd pop in 't jaar
Nog minder dan een timmerman
Die met 'n pet op lopen kan
Dat is zo, maar van d'and're kant
Is er toch ook verschil van stand
Want al bekrimpt hij zich wat meer...
Een klerk blijft altijd toch 'meneer'
Zijn garderobe is niet royaal
Zijn kleren worden heel gauw kaal
Een jas wordt tweemaal soms gekeerd
Gestoomd, geverfd, gerepareerd
Maar wordt hij eind'lijk al te goor
Draagt hij 'm enkel op 't kantoor
En koopt 'n nieuwe op de beer...
Zo blijft een klerk altijd 'meneer'
Is hij vijf jaar bij zijn patroon
Dan krijgt hij honderd pop meer loon
Hij trouwt en scharrelt hier en daar
Een meubilairtje bij elkaar
Als 't vrouwtje zuinig is van aard
Dan wordt er zelfs nog iets gespaard
Men eet wat bruine bonen meer...
Zo blijft een klerk altijd 'meneer'
Hij stapt op 't nippertje uit bed
Maakt in een vloek en zucht toilet
Drinkt dan een kopje slappe thee
En krijgt een kale boterham mee
Maar och, de bakker weet dat niet
Hij groet beleefd, als hij hem ziet
Al eet hij brood met wagensmeer...
Een klerk blijft toch altijd 'meneer'
Viert de patroon een jubile
Zijn klerk geeft aan 't cadeautje mee
En brengt, als het niet anders kan
Zijn klok daarvoor naar Ome Jan
Hij drinkt met z'n patroon 'n glas
De klerk is vrees'lijk in zijn sas
Al ziet hij nooit zijn klokkie weer...
Hij bleef tenminste toch 'meneer'
Na jaren vol van zorg en druk
Sterft hij aan tering op z'n kruk
En is 't begraaf'nisfonds betaald
Dan wordt-ie netjes weggehaald
Hij krijgt een krans van z'n patroon
De weduw' krijgt nog 'n maand loon
Dan doen ze hem de laatste eer...
Net als-ie leefde als 'meneer'