Klaaglied van een Amsterdamse kruier songteksten
Ik kom me hier voor u beklagen, uit balorigheid
Daarvoor had ik in vroeger dagen verdraaid geen tijd
Des morgens was ik uit de veren bij d'eerste klok
Nou zit ik me te versjagreneren, bij m'n touw en blok
Ja, ik was, dat zult u toch wel weten
Een nuttig lid der maatschappij
En nou loop ik er zomaar bij
'k Heb voor m'n oudje soms geen eten
Ik zit m'n sim hier op te vreten
Denk ik nog aan de grauwe poten die ik vroeger had
Kan ik me voor m'n harsens stoten, maar wat geeft me dat
Een duimdik eelt lag op me handen, door dat gesjouw
Nou heb ik nagels met witte randen, net als een mevrouw
Ja, nou zit ik vliegen hier te vangen
In 't kommenijtje van m'n vrouw
Als ik dat ooit gedroomd had, nou
Ik had me zeker al voor lange
An m'n eigen hijstouw opgehangen
Van de kruierij kan 'k niet meer leven
't Geeft geen zier
Maar in de kruien ben ik gebleven
Ik werd kruidenier
Doch zie ik m'n hijstouw en m'n blok in werk'loosheid
Raak ik aan het hijsen en aan het sjouwen uit balorigheid
Ja, in een van die kwaaie luimen
Gaan wij ons misschien eens verdoen
Dan zeg ik: "Vrouw, een laatste zoen
We hebben niks meer te verzuimen
Wij zijn uit de tijd, net als de pruimen"