Op de keien songteksten
Zij waren reeds van jongs af aan
Als kind'ren samen om gegaan
Ze speelden altijd met hun beien
Op de keien
Meest kwamen ze op school te laat
Dan joeg de meester hen op straat
Zij hielden school de meeste tijen
Op de keien
Hij kwam bij een baas hier in de buurt
Zij had als dagmeid zich verhuurd
En 's avonds gingen ze uit vrijen
Op de keien
Ze trouwden samen ook alras
De buurt zei, dat het een moetje was
Om schande en opspraak te vermijen
Op de keien
Juist toen ze 'r tweede kindje had'
Kwam er een staking in de stad
De stakers liepen in dichte rijen
Op de keien
Hij wou wel werken, maar geen nood
De solidariteit gebood
Met vrouw en kind gebrek te lijen
Op de keien
Op zeek're dag, ten einde raad
Stal hij een brood van een kar op straat
En vluchtte langs de huizenrijen
Op de keien
De schande treft ook vrouw en kind
Die nauw'lijks onderkomen vindt
En het moede hoofd vaak neer moet vlijen
Op de keien
En eind'lijk op een somb're nacht
Sprong zij uit wanhoop in de gracht
Een uur daarna leit ze, uit haar lij'en
Op de keien
O gij, gij rijken dezer aard'
Tooi die gunst, des Hemels waard:
Redt de armoe met uw medelijen
Van de keien