Vervolg op de brief van een koloniaal aan zijn moeder songteksten
Beste Gijs,
Ik neem de pen op, beste Gijs
Om 'n paar lettertjes te schrijven
Je brief bracht ons heel van de wijs
Je moet niet meer zo... ouwe-wijven
Toen 'k zondag bij je moeder was
Had zij je brief nog in d'r handen
Ik kwam dus net precies van pas
Ik bracht 'r een zakkie 'allerhande'
We dronken samen een koppie troost
Ze heit je brief me laten lezen
Ze heit de smoor gezien an d'Oost
En die beroerde Atjehnezen
Daarom, als je weer schrijft voortaan
Mot je niet spreken van creperen
Want dat je daar bent heengegaan
Zit haar niet in d'r kouwe kleren
Ik spreek nog van m'n eigen nie
Ik leef nog maar in goed vertrouwen
Dat ik je over zes jaar zie
En dat we samen dan gaan trouwen
Als jij nou maar wat zuinig ben
Gaan we 'n kruierszaak beginnen
Je weet dat ik goed mangelen ken
Misschien zijn we in een paar jaar binnen
Zes jaren zijn zo gauw voorbij
Als je van plan bent t'rug te keren
Ik denk aan jou en jij aan mij
We zullen niet verchagrineren
Als je maar oppast dat je daar
Niet in de benen wordt geschoten
Want 't staat wel een beetje raar
Een kruier met 'n paar houten poten
Als je een vinger missen zou
Dat kan nou nog zoveel niet geven
Al is 't niet lollig voor 'n vrouw
Je krijgt pensioen voor je hele leven
Je vader sprak me gist'ren an
Ik zag hem in de Lange Leise
Hij was zo aardig as 't maar kan
Maar an mijn lijf geen polonaise!
Ik heb van 't geld dat je me gaf
Mijn zije bloese laten halen
Die draag ik nou maar zondags af
En ook jouw slootje met die kralen
Bij manke Hein in de Peperstraat
Betaalde 'k drieentwintig glasies
Schrijf me nou wat bij Toon nog staat
Van de laatste dag van je traktaties
En nou tot slot 'n ferme zoen
Van allemaal de complementen
Beloof me nou je best te doen
En wees nou zuinig met je centen
En als je op die zwartjes schiet
Denk dan erbij, 't is je broeder
Al is-ie zwart, dat dondert niet
Hij heeft zo goed als jij 'n moeder