Verzoekschrift van een moeder aan HM de Koningin songteksten
O koninginne, luister naar mijn bede
Het is een oude moeder die u smeekt
Geloof me, ach ik heb zoveel geleden
Dat mij van narigheid het harte breekt
Mijn enig kind, m'n zoon, die arme jongen
Die als het ware geen vlieg ooit kwaad kon doen
Die zijn ze uit m'n woning komen halen
Om als gevang'ne boete te gaan doen
Wat er gebeurd is, lieve Wilhelmina
Bij God, dat het-ie in z'n drift gedaan
De meesterknecht zag op zaterdagavond
M'n zoon z'n meissie op 'm wachten staan
De kerel maakte het haar dikwijls lastig
Maar 't hielp hem niet, al was-ie nog zo sterk
En als-ie zich daarover wilde wreken
Dan pestte die mijn jongen bij het werk
En op dien avond heeft-ie Ka beledigd
Hij schold 'r uit gewoon voor rotte vis
Nou, als je daar als oude moeder bij staat
Geloof me dat zoiets niet prettig is
Hij was z'n eigen zelvers niet meer meester
En toen, nou ja, toen heeft-ie het gedaan
De arme jongen heeft er nou zo'n spijt van
Dat-ie zo ver is in z'n drift gegaan
'k Ben overtuigd, ze hadden 't hem vergeven
Al was het enkel en alleen om mij
Ze zouden hem z'n vrijheid gaarne geven
Maar 't recht dat moet zijn loop, zo meenden zij
En daarom wend ik mij tot u, vorstinne
U bent toch ook reeds moeder van een kind
Ge kunt dus ook gemakkelijk begrijpen
Hetgeen mijn moederhart nu ondervindt
Ik ben een mens van tweeentachtig jaren
M'n grijze haren kreeg ik met fatsoen
Ik smeek, wil daar rekening mee houden
Als koningin kunt u d'r veel aan doen
De meesterknecht is nou toch lang weer beter
Die zit misschien nou thuis op z'n gemak
M'n zoon z'n meissie leit nog in het gasthuis
En de arme jongen, die zit in de bak
En nou, vergeeft u wel die natte vlekken
Het zijn de tranen van een oude vrouw
Wilt ge misschien m'n leven nog wat rekken
Och Willemien, kom toe, kom geef het nou
Ik zweer u, dat het nooit weer zal gebeuren
Ik geef vol hoop op uw portret een zoen
De goede God vergeeft zo vaak de mensen
Waarom zal het de mens de mens niet doen?