De zeven tuinen songteksten
Er groeide een boom in de tuin van het leven
Met armen die reikte tot ver in de lucht
En steeds als de takken hun vruchten verloren
Werden er duizenden mensen geboren
En eens op een dag kwam ook ik uit zo'n vrucht
In de tuin van het leven
Toen groeide ik op in de tuin van de vrede
Tussen sneeuwwitte bloemen en kelken vol licht
Verwarmd door de zon en gekust door de regen
Heb ik daar handen en voeten gekregen
En lippen en ogen een eigen gezicht
In de tuin van de vrede
Ik zocht me een weg door de tuin van de liefde
Waar paden zo smal zijn maar niet voor een kind
Ik hield van de mensen, ik hield van de dieren
Ik wilde de straten met bloemen versieren
En speelde een spel op de rug van de wind
In de tuin van de liefde
De wind nam me mee naar de tuin van geheimen
Daar zongen de vogels een wonderlijk lied
Er straalde een zilveren licht door de bomen
En de wind zei me zachtjes: daar mag je niet komen
Maar ik dacht: ik ben groot en ik luisterde niet
In de tuin van geheimen
Ik kwam door een poort in de tuin van bekoring
Daar staken de rozen mijn ogen in brand
Maar toen ik begerig de mooiste wou plukken
Vielen de purperen blaadjes aan stukken
En stond ik verdwaasd met de steel in mijn hand
In de tuin van bekoring
Nu loop ik alleen door de tuin van de stilte
Met ogen vol heimwee en armen vol spijt
De zon is verdwenen, ik wacht op de morgen
Maar een loodgrijze muur houdt de toekomst verborgen
De zevende tuin in het land van de tijd
Ik kan er wel heen, maar mijn angst is te groot
Want achter die muur wacht de tuin van de dood