De straatnaambordjesblues songteksten
Ik loop langs de Adriaan van Ostadelaan
En vraag me af: wat heeft die Adriaan gedaan
Dat hij hier met zijn naam op een bord kwam te staan
In de Adriaan van Ostadelaan
(Jehe, yeahe, right on)
En dan komt het Jozef Israelplein
En vraag me af: wie zou die Israel zijn
Dat hij zomaar hier in Holland een plein staat te zijn
En zou er ook in Israel een Jozef Hollandplein zijn
refrain:
Wie moet je zijn, wat moet je doen
Voor je naam op een straat, een plein of een plantsoen
Hoe groot moet je zijn, hoe dood moet je zijn
Voordat je naam op een straatnaambordje komt te staan
En dan komt de Peerke Donderslaan
En blijf verwonderd onder 't Peerke Dondersbordje staan
Waarschijnlijk heeft die Donder nooit een flikker gedaan
Je zou hem toch met zijn eigen bordje voor zijn Peerke Donder slaan
refrain
En dan komt de monseigneur Bekkerslaan
Nou ja zeg, nooit van gehoord, al heeft ie vast wel wat gedaan
Die monseigneur die heeft er nou wel lang genoeg gestaan
Het spijt me voor je Bekkers maar je bordje gaat eraan
Ik klim omhoog in de lantaarnpaal
En fluit terwijl ik een streepje door de B heen haal
Dan met een viltstift een J-tje en het werk is gedaan
En hup daar hangt de monseigneur Jekkerslaan
Zo moet je dat doen, zo moet je zijn
En daar hoef je geen beroemde dode schilder voor te zijn
Geen Jean Paul Sartre geen Simone de Beauvoir
Alleen je naam kunnen schrijven en genieten maar
Ik loop door de monseigneur Jekkerslaan
En ik zie overal monseigneur Jekkers staan
En ik roep midden op het monseigneur Jekkersplein
Het is te gek om Harrie Jekkers te zijn