Ze boog zover voorover songteksten
Ze boog zover voorover
Dat ik bang was dat ze brak
En ze fluisterde heel zachtjes in mijn oor
"De rook is hier te snijden, o, ik snak
Zo naar frisse lucht"
Ik ben met haar gevlucht
Buiten op de verlaten boulevard
Waait de wind de krullen uit haar haar
Meeuwen zeilen als snippers papier
Over en onderlangs de pier
De avond viel met windkracht elf
Het had al flink gevroren
Er lag ijs in de fontein
Ze lachte en ze zei: "Ik zoek een man
Die desnoods op zijn sokken schaatsen kan"
Ik heb urenlang
Daar met haar geschaatst
Zij is overal voor te vinden
En ik ben nergens tegen
We speelden als twee uitgelaten kinderen op het ijs
Zij is overal voor te vinden
En ik ben nergens tegen
Want zij is niet verlegen
En ik ben niet goed wijs
Deze stad is zo lek als een vergiet
Het tocht hier en beschutting is er niet
Overal is die snijdende wind
Die ons in elk portiek weer vindt
Dit is geen stad
Dit is een gat
Om warm te blijven
Kochten we een grote zak patat
En voerden alle meeuwen uit de stad
Aan elke vogel vroeg ze heel beleefd
Of ie wel voldoende mayonaise had
Zij is overal voor te vinden
En ik ben nergens tegen
We schreeuwden als twee uitgelaten kinderen naar elkaar
Zij is overal voor te vinden
En ik ben nergens tegen
De een die ziet ze vliegen
En de ander houdt van haar