De winkeldievegge songteksten
Hier heb je het vers van de winkeldievegge
Die hoogst onverklaarbaar op klaarlichte dag
Voortdurend de gretige hand wist te leggen
Op wat zij voor moois in de supermarkt zag
(Voortdurend de grijpgrage hand wist te leggen
Op wat er aan fraais op de toonbanken lag)
Vroeg ging zij op pad met haar tassen en manden
En een houten arm in de mouw van haar jas
Geen sterveling kende die truc met drie handen
Geen sterveling wist hoe geslepen zij was
(Geen sterveling kende die truc met drie handen
En hoepla: daar gleed weer een worst in haar tas)
Geen winkelchef die niet beschaafd naar haar lachte
Geen kende haar manipulaties, helaas
En als men maar eventjes niet op haar achtte
Dan stal zij een assortiment Franse kaas
(Ja, als men maar eventjes niet op haar achtte
Dan stal zij een vest of twee lycra beha's)
Zij keek in het rond of geen mens op haar lette
Geen afdelingschef, geen verkoopster of klant
En stak toen de man, die zich krachtig verzette
Met een grote zwaai in haar halfvolle mand
(En bond de detective, die zich bleef verzetten
Aan handen en voeten met garen en band)
Om elke vervolging en straf te vermijden
Wou zij hem vermoorden, een gruwelijk lot
De kranige man kon zich echter bevrijden
En sloeg het komfoor op haar schedel kapot
(Hij sleepte haar naar het Bureau en hij zeide:
"Weer jubelt het recht en weer juicht het cachot")
Dit laatste couplet dient tot stichting en lering
Kijk, onze dievegge kwam later weer vrij
En na die berouwvolle maand internering
Bestond er geen vrouw zo rechtschapen als zij
(Zij heeft zelfs met gelden van de reclassering
Een stichting gesticht tegen wegjatterij!)