't Lied van de haven songteksten
Als grote grijze vogels staan de kranen op de kant
Ze lossen en ze laden menig schip uit een ver land
Kettingen die ratelen, een tallie roept: "Kijk uit"
En op een dukdalf speelt een meeuw, met een rauw keelgeluid
refrain:
't Is 't lied van de haven
Van teer, kabels en touw
't Is 't lied van de haven
Van de stad waar'k 't meeste van hou
Een vrachtwagen stopt sissend bij 't rederij-kantoor
Een heftruck scheurt behendig tussen stapels kisten door
Vier Noren komen luidzingend van Katendrecht vandaan
Een oceaanreus fluit drie maal, voor hij weer moet gaan
refrain
Een slepertje trekt steunend een coaster van de wal
En ramt een Spido-bootje, met een enorme knal
Een duwbak gromt stroomopwaarts, met zesduizend pk
Een parlevinker toetert naar een schip uit Panama
refrain
refrain
't Is 't lied van de haven
Van de stad waar'k 't meeste van hou