Liefde 1920 songteksten
Wat 't geweest is in die dagen met ons tweeen
Kleineer 't niet, gewezen lief, negeer 't niet
J'hebt toen zo'n klein, vies lied voor me geschreven
Weet je nog wel? Zo'n fijn vies lied
En op een ochtend schreven w'onze initialen
In je hagelnieuwe houten bed
De duivel zelf, die mag je komen halen
Als je ook daar een streep door hebt gezet
Soms, in de straat, sta'k te kijken naar de ramen
Dan is 't licht of donker, wat ik zie
En dan sta ik me buiten af te vragen
Wat zou 'ie doen daarboven en met wie
De bakkerij, waar wij die gemberbolus haalden
Is afgebroken, als je 't al niet wist
Zo wordt ook ons verleden ondergraven
Door werkvolk in de mist
Als jij je voor de spiegel stond te scheren
Dacht ik: hij is heel blij met wat we doen
Zoals jij Tarzan stond te imiteren
Ach, wat een weerloos iemand was je toen
En nu is het net dat ik je nimmer heb begrepen
En geen benul had van 't psychisch mijn en dijn
Want, zonder jouw gevoelens en problemen
Hadden we goden kunnen zijn