De leeuw songteksten
Brrrrrh! De Leeuw
Een leeuw is eigenlijk iemand
Die bang is voor niemand
Zijne oogen en zijn neus
Zijn groter dan die van een reus;
En zijn muil is een ware moordkuil;
Met zijn klauw
Is een leeuw geweldig gauw;
Met zijn staart
Gooit hij een schutter van zijn paard;
En met z'n tanden
Durft hij de heele schutterij wel aanranden
O zo!
Enfin, hij is altijd het verscheurendste beest
Onder de dieren geweest
Onlangs heeft hij immers in Londen
Nog eene juffrouw verslonden;
Doch, nu ik mij bezin
Was hij het niet:
(Welneen!) Het was de leeuwin
De leeuw wordt viervoetig geboren:
Twee van achteren en twee van voren;
Of, volgens anderen, twee aan zijn rechterhand:
En de twee anderen aan dezen kant
De leeuw zijn gemalin
Is mevrouw de leeuwin
En de jongelui
Zoolang zij zich met de borst behelpen
Noemt men gewoonlijk welpen
Gouden leeuwen en leeuwen van hout
Mitsgaders de Hollandsche worden heel oud;
Men ziet ze nog wel op uithangborden en schilden
Doch zeldzaam in 't woud
Komt ooit een ware leeuw rechtstreeks op u aan
Dan is't 't beste om maar regelrecht uit den weg te gaan;
Doch niet als hij opgezet of dood is;
Daar er in dat geval volstrekt geen nood is