Zomers van vroeger songteksten
Ik heb de zomers van vroeger niet geteld
Dat ik thuis in de schaduw van de pereboom
Bellen wist te toveren uit een witte stenen pijp
Bellen, zo reusachtig dat ik nu nog niet begrijp
Hoe de wind ze zo gemakkelijk kon dragen
Ik heb de zomers van vroeger niet geteld
Dat ik thuis op het krukje naast de keukendeur
Staarde naar mijn trillende balonnetjes van glas
Bellen die ontsnapten of ontploften in het gras
Die verdwenen in de luwte van die dagen
Zou het schuurtje er nog staan
Zou de schutting er nog zijn
En hangt er net als toen nog weleens wasgoed aan de lijn
Of is 't een tuin geworden die je uit de damesbladen kent
Met een pergola, een barbecue en een tuinameublement
Waar geen lijster meer komt broeden
Waar geen onkruid meer gedijt
Naar de mode van vandaag
Naar de eis van deze tijd
Ik heb de zomers van vroeger niet geteld
Dat ik thuis in de koelte van de schemering
Bellen zat te blazen bij de geurende jasmijn
Niemand kan mij zeggen waar ze heen gedreven zijn
En je kunt naar zulke dingen niet meer vragen
Zou de buurman er nog zijn
Met die bril, die kale kruin -
M'n vader kon soms uren met hem kletsen in de tuin
Of woont er nu een soort van mensen dat zijn buren niet meer kent
Wat kieskeurig in hun vrienden en een beetje decadent
Met alleen maar even groeten
Van verplichtingen bevrijd
Naar de mode van vandaag
Naar de eis van deze tijd
Ik heb de zomers van vroeger niet geteld
Dat ik thuis in de koelte van de schemering
Bellen zat te blazen bij de geurende jasmijn
Niemand kan mij zeggen waar ze heen gedreven zijn
En je kunt naar zulke dingen niet meer vragen