De duiven songteksten
De mensen hebben helden
en helden die gaan dood.
Dat vinden mensen jammer
toch houden ze zich groot;
ze vonden het wel zonde,
wel zonde van hun geld,
maar soms komt er een standbeeld
van hun betreurde held:
een bronzen paard met manen
met een monarch erop.
Dan komen alle duiven
en neuken op zijn kop.
De duiven, de duiven,
de duiven van het leven
daarvoor heeft menig grote held
terecht zijn bloed gegeven
en daarom doen de duiven,
de duiven het zo graag
op het hoofd van generalen
of in hun bronzen kraag.
Ze paren op de Willems
de duiven van het land
op schouders van de Willems
en op hun rechterhand.
Ze vrijen op de oren
van Bonapartes hoofd
alsof hij geen miljoenen
van hun jongen had beroofd;
op Franco en op Bismarck
- eens dik met bloed bespat -
nu liefelijk blank gescheten
door de duiven van de stad.
De duiven, de duiven,
de duiven van het leven,
daarvoor heeft menig grote held
terecht zijn bloed gegeven
en daarom doen de duiven,
de duiven zo graag schuin
in de nek van admiralen
of op hun bronzen kruin.
Op Trompen op De Ruyters,
op Karel Vijf van Gent,
op vreemde arme snuiters
die nu geen hond meer kent,
op 't hoofd van Artevelde,
in Sint-Servaas zijn baard,
in de mijter van paus Pius
is heel wat afgepaard:
op helden van het slagveld,
op helden van de geest
hebben de duiven plechtig
maar stevig doorgekeesd.
De duiven, de duiven,
de duiven van het leven,
daarvoor heeft menig grote held
terecht zijn bloed gegeven
en daarom doen de duiven,
de duiven het zo goed
op de rug van kardinalen
of op hun bronzen hoed.
De held, hij brengt zijn offer
en sneuvelt in de slag,
het volk duikt in de koffer
en raakt hem goed die nacht.
De held, hij brengt zijn offer
en sneuveld, diep vereerd,
de duif bespringt de doffer
of liever, omgekeerd.
De held verschijnt in marmer,
in brons, in gips, in goud.
De duiven gaan zich warmen,
het leven heeft het koud.
De duiven, de duiven,
de duiven van het leven,
daarvoor heeft menig grote held
terecht zijn bloed gegeven.
Dus, wie zijn bloed wil storten
als held van dood en pijn.
Hij haaste, zich, de duiven
zullen hem dankbaar zijn.