De vrienden songteksten
Hij had een tuin van een hectaar,
een mooie living met een bar.
Een goed renderende fabriek.
De vrienden vonden hem sympathiek.
Zijn vrienden...
Hij had veel vrienden, vrienden, vrienden,
Meer nog naarmate hij meer verdiende.
De vrienden kwamen van overal,
de vrienden kwamen bij avondval.
Wie naam had in 't stadje was er bij.
Er glommen veel wagens in bonte rij.
Toen hij geen goed, geen geld meer had,
vond hij een huurhuis in de stad.
Een huis met een parkeerterrein
waar plaats voor iedere vriend zou zijn.
Zijn vrienden...
De vele vrienden, vrienden, vrienden,
maar die konden hem niet meer vinden.
Ze kwamen niet meer bij avondval
want hij woonde een beetje aan lager wal.
In eenzaamheid ging een jaar voorbij,
zijn parkeerterrein leek haast een wei.
Toen heeft hij lang en zwaar gezwoegd
en zijn parkeerterrein omgeploegd.
Hij heeft er dan met gulle hand
wel duizend bloemen in geplant.
Zijn bloemen...
Er kwamen bloemen, bloemen, bloemen,
en hij leerde hun namen noemen.
Ze bloeiden vroeg in geel en blauw.
Ze glommen in de zomerdauw.
Ze gingen weg in paars en rood
maar kwamen weer tot na zijn dood.