Bij de bushalte songteksten
Ze stond elke avond om zes uur weer daar
Bij de halte der bus, iedereen kende haar
Ze was amper acht jaren, een kind om te stelen
Toch zag je haar weinig met andere spelen
En daar kwam papa en ze gaf hem een kus
't Was een heel lief tafreeltje, daar steeds bij die bus
Er bestond maar een man in het leven voor haar
Papa die was sterk en zo handig, heus waar
En mams was een vrouw zo er duizenden zijn
Gezellig en lief en ze kookte zo fijn
En al had ze geen broertje, al had ze geen zus
Het was met z'n drietjes toch heerlijk en knus
Maar hij werd dat knusse leventje zat
En zocht op een dag wat vertier in de stad
En mammie werd stiller maar het kind zag het niet
Ze was nog te pril en te jong voor verdriet
Het huwelijk dat knapte, het geschiedde aldus
Pa kwam op een avond voor 't laatst uit de bus
Het kind dat bleef achter, het werd heel stil in huis
En ma zei die avond "Paps komt zo niet thuis
Je hoeft nu nooit meer naar die halte te gaan"
Toch zagen de mensen het meisje weer staan
Men zei "'t is zo koud, ga naar huis lieve zus"
Maar het antwoord was "nee, pappie komt met de bus"
Maar pappie die kwam niet, toen ging ze naar huis
Stil en verdrietig zat het meisje daar thuis
Haar leventje stortte toch wel in elkaar
Er bestond maar een man op de wereld voor haar
Ze had ook geen broertje, ze had ook geen zus
En trouw elke avond stond ze weer bij de bus
En dat heeft een kennis aan vader gezegd
Die voelde zichzelf miserabel en slecht
Kon ook het gemis van zijn vrouw niet verdragen
Toen kwamen er toch nog gelukkige dagen
Al gauw stond een wieg klaar voor een broer of een zus
En nooit wachtte ons kind meer vergeefs bij de bus