Der dreigroschenoper songteksten
Oordeel zelf: is dit een leven?
Mij interesseert die rotzooi al geen fluit
Als kind reeds heeft men mij de les gegeven:
Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit
Van grote mannen roemt men vaak het leven
Ze zitten met een boek en lege maag
In vale krotten waaraan ratten knagen
Ha, mijn portie kunnen ze aan Fikkie geven
Wie zo wil leven, gaat nou maar zijn gang
Ik krijg er langzaam aan mijn buik van vol.
Dit leven wordt toch zelfs een dier te dol
En dan verdraagt een mens het ook niet lang
Alleen aan vrijheid heb je ook geen fluit
Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit
Ik kon mezelf geheel en al begrijpen
Als ik me groot en edel zal te wensen
Maar tussen van die werkelijk grote mensen
Zat ik hem voor die grootheid toch te knijpen
Armoe brengt wijsheid, maar ook veel verdriet
En moet behalve roem ook bittere pijn
En zit je arm en eenzaam groot te zijn
Bedenk dan, als je die grootheid nu eens liet
Dan is het prompt met alle zorgen uit
Slechts wie in welstand leeft, die houdt het uit