Mestlied songteksten
Het zijn de tranen die niet komen
Omdat niemand ze mag zien
De stank van schuld en denken
Dat je het verdient
Het zijn de handen van je vader
Die je bijna vergat
Die je plotseling weer voelde
Toen je vriendje aan je zat
Het is de tumor in je kop
Een doodgeboren kind
Verslaving aan het denken
Wat een ander van je vindt
Het is afgewezen worden
Door een moeder die te groot is
Het is niks meer kunnen zeggen
Omdat iemand plotseling dood is
Het is een berg verdrongen afval
Van wat je niet meer wilt weten
Je eigen mesthoop
De hoop om te vergeten
Je bent de luchtverfrisser
Van je eigen berg stront
Je bent alleen de pleister
Op je eigen wond
Als ik verschrikkelijk kwaad ben
Dan is dat niet eens de helft
Want het broeit, het stinkt en het rot
Als ik verschrikkelijk kwaad ben
Dan is dat niet eens de helft
Want het broeit, het stinkt en het rot
In de beerput van mezelf