Veertig rovers songteksten
O, mensen, luister naar dit lied
Wat er in Raamsdonk is geschied
In Raamsdonk woond' een man en vrouw
Zweerden elkaar eeuwig trouw
Ook een roversbos was daar
Daar waren veertig rovers bij elkaar
De hoofdman sprak en de rest die zweeg
Hij zei: "We roven heel dat huis daar leeg"
De geit werd wakker en de hond sloeg aan
Heel 't huis ging naar de maan
Het was een herrie en de hel brak los
En riep, riep, riep
Daar zijn de rovers uit het bos, bos, bos
De rovers kropen al rap
Al dwars door het wc raam
En Mina, die daar juist op zat
Verdween van schrik door 't brillegat
Ze kon niet zwemmen en dat was dom
Helaas, zo kwam Mina om
De geit werd wakker en de hond sloeg aan
Heel 't huis ging naar de maan
Het was een herrie en de hel brak los
En riep, riep, riep
Daar zijn de rovers uit het bos, bos, bos
Het gerecht had z'n loop
De rovers werden opgeknoopt
De hoofdman zei: "Ik heb berouw"
Te laat, hij hing al aan 't touw
Dat was het eind van die schavuit
En nu is 't liedje uit
De geit werd wakker en de hond sloeg aan
Heel 't huis ging naar de maan
Het was een herrie en de hel brak los
Men roept, roept nu
Daar zijn geen rovers meer in 't bos, bos, bos