Chanson songteksten
Monumentaal - in hemelsblauw peignoir en hoog op de benen
Zoals die vrouw achter een strijkplank staat
De perslap nat op mijn gewassen pantalon en dan de gloeiend
Hete bout erop... de ssstoom die daar vanaf slaat
Zoals zij met stapels geurend wasgoed door de kamer zweeft
Ook nog even en passant de primula's begiet
Altijd een Gauloise - losjes op de onderlip
Alle mooie vrouwen heten Piet
Haar hand verdwijnt, gevuld met kalfsgehakt, foie gras en pruimen
In het achtereind van een nog jonge gans
Die dan, met lappen vetspek gebardeerd en stevig dichtgenaaid
En op een bed van zure appels, in de oven wordt geschoven
En daar gesmoord wordt in een vuur, een vuur dat laait
Zoals zij een mondvol gekonfijte kersen op de merengue spuugt
En ook nog even en passant de gaten in de Emmentaler schiet
En altijd een Gauloise losjes op de onderlip
Alle mooie vrouwen heten Piet
'k Zag ze laatst nog lopen - de dames van de damesharmonie
Zelfbewust, zelfontplooiend, maar o zo weinig jeu
Pieperdepiep, toet en zo'n gebrek aan fantasie
Ik vond er maar een woord voor: sneu
Monument van ingehouden hartstocht en grenzeloze passie
De cello klem tussen haar naakte dijen
Donker schuurt het paardenhaar over de schapendarmen snaren
Zacht zie ik haar borsten tegen de klankkast rijen
En wat dat dan aan onderbuiks vibrato en aan laag teweegbrengt
Ach, dat lukt die zure dames met hun malle saxofoontjes niet
En altijd een Gauloise losjes op de onderlip
Alle mooie vrouwen heten Piet
Pafff! Met vlakke hand mept ze een vleestomaat tot gort
Even met de pepermolen, om en om, en fleng! Zo op mijn bord
Sjriefff! Binnen een minuut schroeft ze een bankstel uit elkaar
Oh ja! En ze heeft nog van die dikke zwarte ouderwetse bossen okselhaar
Oijoijoijoijoij! Bestonden ze nog maar
Waarom bestaat ze niet
Alle mooie vrouwen heten
Alle mooie vrouwen heten
Alle mooie vrouwen heten