Moeke medelij songteksten
Ikke mij heel groot vervelen
Ikke mag niet buiten gaan
Treintje in de zavel spelen
‘k Heb m’n blauw kostuumpje aan
Maar ik liever in adamskleedje
En ravotten overal
Dan niet erg zijn ik een beetje
Zwart en vuil zijn als ik val
Waarom moet ik binnen blijven
Als het zonneke schijnt zo geel
Stoute mammie altijd kijven
Als ik effe buiten speel
Zij altijd zeggen ikke stout
En buiten veel te nijg te koud
Maar ik niet koud, ik altijd warm
Ikke sterk zijn als gendarm
Ikke gisteren slaag gekregen
Van ons moeke hare slof
Ikke borstelke gevegen
Heb in haren tulpenhof
Ikke sigarettenpakske
Uit ons pa z’n broek gepakt
En gans de boel op m’n gemakske
Met colle-tout aaneen geplakt
Maar als ekik niet buiten mogen
Dan strijk ik de kamertrap
Vanonder totte gans vanboven
Vol met pis en vol met kak
Of anders pak ik een banaan
En duw ze in het sleutelgat
Of klop ik met m’n telleraam
Al de tikkeneitjes plat
Ikke blijf hier toch niet binnen
Met dat blauw kostuumpje aan
Ikke op twee stoelen klimmen
En ontsnappen langs het raam
Ikke dikke slag gevallen
En ne suikertand kapot
Maar da’s niks, ze waren allen
Van het snoepen scheef en rot
‘k Lig hier nu in de patatten
Ik viel van de buitenkant
M’n jasje is al vol met spatten
Jiepiejee, dat is plezant
Want mij dat toch niet kunnen bommen
Dat m’n jasje is kapot
Ik gekregen van bobonneke
Zij toch toverheks en zot
‘k Loop nu dartel in de weide
Door de sprietjes van het gras
En ik klop pletsend met m’n beide
Pollekes in de waterplas
Ik giet water in mijn mouwen
En steek modder in mijn zak
Ik heb mijn broekske opgevouwen
Omdat ‘t aan m’n beentjes plakt
Duizend borsten en fopspeentjes
Daar komt moeder woedend aan
‘t Is spijtig van m’n korte beentjes
Anders zou ik lopen gaan
Moeke het precies erg menen
Z’ houdt haar handjes in haar zij
‘k Zal maar al beginnen wenen
Dan ons moeke medelij
Alle kindjes opgelet
Naar wat met mij gebeuren gaat
Nu vlieg ik zeker in mijn bed
Tot morgenvroeg of morgenlaat
Ikke mij heel groot vervelen
Ikke mag niet buiten gaan
Treintje in de zavel spelen
‘k Heb m’n pyjamaatje aan