Zielepoot songteksten
Veel hè'k nie nodig, wat soep en wat brood,
veel meer durf ik hier nie vragen,
ne strooizak misschien voor ne zielepoot,
en wat vuur in de winterdagen,
o, laat mij binnen, 'k ben zo krank en zo oud,
'k ben zo moe zo van God verlaten,
en 't regent al jaren en mijn ziel is zo koud
en de wind waait zo woest in de straten.
Veel hè'k nie nodig, vier muren en een dak,
voor den tijd da'k hier nog lope,
een krochte misschien van plak en stak,
van een schorte groot al thope,
kom dan en speel mij wat zachte muziek,
omhels mij met een klein teer liedje,
met veel zoete leugens met veel romantiek,
en blaas mij een schoon melodietje.
Veel hè'k nie nodig, nen hoed en een kleed,
en sandalen met taaie zolen,
nen knapzak misschien, 't ware wel besteed
en nen mantel, om hier rond te tjolen,
Veel hè'k nie nodig, wat soep en wat brood,
veel meer durf ik hier nie vragen,
behalve nen glimlach voor nen zielepoot,
in de donkerste winterdagen.