De wereld der blinden songteksten
Ik zie rondom mij enkel ziende ogen
Genietend van het kost'lijk levenslicht
Er zijn er reine die nog nooit bedrogen
En kijkers stralend uit een lief gezicht
Als al die ogen zich een wijle richten
Naar 't rijk der blinden, naar die dok're nacht
Zal er bij elk een glans van meelij lichten
Want daarbij wordt de hardste blik toch zacht
Er is nog een rijk van de eeuwige nacht
Waar tastend zijn weg men moet vinden
Waar men tevergeefs naar wat zonnelicht smacht
Dat is de wereld der blinden
Denkt u eens in, die hel van blindgeboren
Die duist're wereld, zwarter nog dan inkt
Men voelt zich in die ruimte gansch verloren
Geen leidsman is er dan het fijn instinct
Geen zonlicht ziet men, nooit het stergeflonker
Van schoone bloemen is er slechts de geur
Voor d'arme blinde is het eeuwig donker
Kent geen gelaat, geen glans, geen enk'le kleur
Hij hoort in het rijk van de eeuwige nacht
Waar tastend zijn weg men moet vinden
Waar men tevergeefs naar het zonnelicht smacht
Dat is de wereld der blinden
Wanneer een moeder met haar lieve oogen
Vol deernis neerziet op haar blinde pop
Dan ziet hij't niet, maar wordt zoo vreemd bewogen
Hij voelt het wel aan Moeders harteklop
En als het blinde kindje moet gaan slapen
Ze zacht hem nederlegt in 't kleine bed
Dan hoort hij ook veel eer dan broer of zuster
't Bekende geluidje van zijn vaders tred
Hij hoort in het rijk van de eeuwige nacht
Waar tastend zijn weg men moet vinden
Elk zuchtje van liefde dat men hem daar bracht
Dat is het voorrecht der blinden
Ze leven enkel in het rijk der klanken
Als zonlicht is voor hen een symphonie
Voor deze gave mag men God nog danken
Hun kleur is klank, hun licht is melodie
En hoog daarboven ziet de goede Vader
vol zachtheid neer met godd'lijk medelij
Hij voelt zich tot de blinde menschen nader,
De doode oogen zijn Hem 't meest nabij
Hij waakt in 't rijk van de eeuwige nacht
Waar tastend zijn weg men moet vinden
Waar men zoo geduldig op 't Hemellicht wacht
God is beschermer der blinden